Pages

vendredi 28 mars 2014

CD&V balanceert tussen links en rechts



Nicolas Bouteca
Doctor-assitent aan de vakgroep Politieke Wetenschappen van de UGent





Net voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 erkende CD&V-voorzitter Wouter Beke dat zijn partij een verhaal miste. Operatie Innesto moest daarin verandering brengen. Aan de hand van duidelijker standpunten wilde CD&V zijn plaats binnen de Vlaamse electorale markt heroveren en o.a. kiezers op de N-VA terugwinnen. Zonder veel enerzijds-anderzijds maar in de geest van het personalisme lanceerde de partij voorstellen zoals het inkorten van de zomervakantie en het rekeningrijden voor personenwagens. Maar soms leek CD&V wat bang van de eigen schaduw: bij commotie over enkele voorstellen werd meteen nuance en matiging gezocht. De vraag is dus hoe ver CD&V wil gaan. Op het Innesto-congres werd in elk geval de inkorting van de zomervakantie weggestemd. Nochtans het meest mediagenieke voorstel uit de inhoudelijke oefening, maar wel eentje dat op fel verzet stootte van de christelijke vakbond en het katholieke onderwijs.

Heel anders dan de CD&V van de voorbije jaren was het ontbreken van voorstellen rond een zevende staatshervorming. Verder dan een vaag geformuleerd ‘positief confederalisme’ komt de partij niet. Welke bevoegdheidsoverdrachten de christen-democraten daarmee in gedachten hebben is niet duidelijk. Wat we wel weten is dat CD&V met dit positief confederalisme in elk geval niet aanstuurt op een onafhankelijk Vlaanderen.

Het opbergen van de communautaire problematiek is voor CD&V vooral ook een strategische optie. Net als de andere Vlaamse partijen rekent CD&V er op dat de kiezers in deze crisistijden geen zin hebben in communautair geweld met weer een recordformatie in het verschiet. Maar CD&V redeneert ook vanuit de logica van de issue ownership-theorie (Petrocik 1990; 1996). Volgens deze gouden regel uit de politicologische literatuur vermijdt een partijprogramma best het thema van de tegenstrever, omdat die daar voor nogal wat keizers geloofwaardiger op is. De christen-democraten willen in de campagne voor 2014 liever op het sociaaleconomische focussen en de vernieuwingsoperatie boomt dan ook stevig door op dit thema. Daarbij bleek nogmaals dat het personalisme van CD&V - een ideologie die de mens boven de economie stelt en die staat tegenover het socialisme en liberalisme en niet ertussen – niet evident naar concrete voorstellen te vertalen is zonder als enerzijds-anderzijds gepercipieerd te worden. Dat komt omdat  enerzijds in de Innesto-teksten voorstellen stonden die vrij rechts aanvoelen. Zo drong CD&V herhaaldelijk aan op het terugdringen van de overheid, werd een pleidooi gehouden voor het uitdoven van de vaste benoeming van ambtenaren en moest ruimte gemaakt worden voor ondernemen door loonbevriezing en arbeidsduurverlenging zonder loonstijging. Anderzijds werd bij de voorstelling van Het moedige midden, de persoonlijke bijdrage van Beke aan het vernieuwingsproces van zijn partij, dan weer uit een centrum-links vat getapt. De CD&V-voorzitter zei te willen passen voor het recht van de sterkste en stelde zijn veto tegen een gezondheidszorg in handen van de vrije markt. Tegelijk hield hij een pleidooi voor het Rijnlandmodel met een sterk middenveld. Ook CD&V moet ervoor zorgen dat kiezers de samenhang, de interne consistentie tussen alle voorstellen zien en vooral, dat de baseline herkenbaar en duidelijk is. Immers, veel kiezers zullen nooit verder kijken dan die baseline.

De evenwichtskunst van CD&V is te verklaren. Enerzijds mikt de partij op de centrum-rechtse kiezer die het in 2010 verloren is aan N-VA (Abts et al. 2012: 6). Het heeft daarvoor met minister-president Kris Peeters, die ideale kopman in huis. De populaire voormalige Unizo-baas heeft een geloofwaardig centrum-rechts profiel. Anderzijds moet de partij ook rekening houden met het feit dat het kernelectoraat van de partij centrum-links denkt (Abts et al. 2011: 5). Binnen het ACW werd immers al verschillende keren geopperd om de structurele samenwerking met CD&V te laten varen en te kiezen voor politieke samenwerking met partijen waar ze ideologisch misschien wel dichter bij aanleunen. Die centrum-linkse kiezers lossen lijkt dus niet onmiddellijk een optie want dat zou wellicht betekenen dat de partij volledig wordt overgelaten aan de volatiele kiesmarkt. CD&V lijkt dan ook veroordeeld tot een evenwichtsoefening tussen links en rechts, waarvan ze dan maar gemakshalve de relevantie ontkent. De vraag is evenwel of dat laveren ook bijdraagt tot het scherpe partijprofiel waar kiezers op verlekkerd zijn.






Petrocik, John R. (1996), "Issue Ownership in Presidential Elections, with a 1980 Case Study", American Journal of Political Science, 40, (3), pp. 825-850.

Abts, K., Poznyak, D. & Swyngedouw, M. (2012), "The Federal Elections in Belgium, June
2010", Electoral Studies, 31, pp. 448-452.



Aucun commentaire:

Enregistrer un commentaire