Nicolas Bouteca
Doctor-assitent aan de
vakgroep Politieke Wetenschappen van de UGent
Net voor de gemeenteraadsverkiezingen van
oktober 2012 erkende CD&V-voorzitter Wouter Beke dat zijn partij een
verhaal miste. Operatie Innesto moest daarin verandering brengen. Aan de hand
van duidelijker standpunten wilde CD&V zijn plaats binnen de Vlaamse
electorale markt heroveren en o.a. kiezers op de N-VA terugwinnen. Zonder veel
enerzijds-anderzijds maar in de geest van het personalisme lanceerde de partij
voorstellen zoals het inkorten van de zomervakantie en het rekeningrijden voor
personenwagens. Maar soms leek CD&V wat bang van de eigen schaduw: bij
commotie over enkele voorstellen werd meteen nuance en matiging gezocht. De
vraag is dus hoe ver CD&V wil gaan. Op het Innesto-congres werd in elk
geval de inkorting van de zomervakantie weggestemd. Nochtans het meest
mediagenieke voorstel uit de inhoudelijke oefening, maar wel eentje dat op fel
verzet stootte van de christelijke vakbond en het katholieke onderwijs.
Heel anders dan de CD&V van de voorbije
jaren was het ontbreken van voorstellen rond een zevende staatshervorming. Verder
dan een vaag geformuleerd ‘positief confederalisme’ komt de partij niet. Welke
bevoegdheidsoverdrachten de christen-democraten daarmee in gedachten hebben is
niet duidelijk. Wat we wel weten is dat CD&V met dit positief
confederalisme in elk geval niet aanstuurt op een onafhankelijk Vlaanderen.
Het opbergen van de communautaire problematiek
is voor CD&V vooral ook een strategische optie. Net als de andere Vlaamse
partijen rekent CD&V er op dat de kiezers in deze crisistijden geen zin
hebben in communautair geweld met weer een recordformatie in het verschiet. Maar
CD&V redeneert ook vanuit de logica van de issue ownership-theorie (Petrocik 1990; 1996). Volgens deze gouden
regel uit de politicologische literatuur vermijdt een partijprogramma best het
thema van de tegenstrever, omdat die daar voor nogal wat keizers
geloofwaardiger op is. De christen-democraten willen in de campagne voor 2014 liever
op het sociaaleconomische focussen en de vernieuwingsoperatie boomt dan ook
stevig door op dit thema. Daarbij bleek nogmaals dat het personalisme van
CD&V - een ideologie die de mens boven de economie stelt en die staat
tegenover het socialisme en liberalisme en niet ertussen – niet evident naar
concrete voorstellen te vertalen is zonder als enerzijds-anderzijds
gepercipieerd te worden. Dat komt omdat
enerzijds in de Innesto-teksten voorstellen stonden die vrij rechts
aanvoelen. Zo drong CD&V herhaaldelijk aan op het terugdringen van de
overheid, werd een pleidooi gehouden voor het uitdoven van de vaste benoeming
van ambtenaren en moest ruimte gemaakt worden voor ondernemen door
loonbevriezing en arbeidsduurverlenging zonder loonstijging. Anderzijds werd
bij de voorstelling van Het moedige
midden, de persoonlijke bijdrage van Beke aan het vernieuwingsproces van
zijn partij, dan weer uit een centrum-links vat getapt. De CD&V-voorzitter
zei te willen passen voor het recht van de sterkste en stelde zijn veto tegen
een gezondheidszorg in handen van de vrije markt. Tegelijk hield hij een
pleidooi voor het Rijnlandmodel met een sterk middenveld. Ook CD&V moet
ervoor zorgen dat kiezers de samenhang, de interne consistentie tussen alle
voorstellen zien en vooral, dat de baseline herkenbaar en duidelijk is. Immers,
veel kiezers zullen nooit verder kijken dan die baseline.
De evenwichtskunst van CD&V is te
verklaren. Enerzijds mikt de partij op de centrum-rechtse kiezer die het in
2010 verloren is aan N-VA (Abts et al. 2012: 6). Het heeft daarvoor met
minister-president Kris Peeters, die ideale kopman in huis. De populaire
voormalige Unizo-baas heeft een geloofwaardig centrum-rechts profiel.
Anderzijds moet de partij ook rekening houden met het feit dat het
kernelectoraat van de partij centrum-links denkt (Abts et al. 2011: 5). Binnen
het ACW werd immers al verschillende keren geopperd om de structurele
samenwerking met CD&V te laten varen en te kiezen voor politieke
samenwerking met partijen waar ze ideologisch misschien wel dichter bij
aanleunen. Die centrum-linkse kiezers lossen lijkt dus niet onmiddellijk een
optie want dat zou wellicht betekenen dat de partij volledig wordt overgelaten
aan de volatiele kiesmarkt. CD&V lijkt dan ook veroordeeld tot een
evenwichtsoefening tussen links en rechts, waarvan ze dan maar gemakshalve de
relevantie ontkent. De vraag is evenwel of dat laveren ook bijdraagt tot het
scherpe partijprofiel waar kiezers op verlekkerd zijn.
Petrocik, John R. (1996), "Issue Ownership in Presidential Elections, with a 1980 Case Study", American
Journal of Political Science, 40, (3), pp. 825-850.
Abts, K., Poznyak, D. & Swyngedouw, M. (2012), "The Federal Elections in Belgium, June
2010", Electoral Studies, 31, pp. 448-452.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire